klik hier
klik hier
Terug

Pleidooi voor de krent

Wat is Nederland toch een leuk land en vooral wat is het een mooi land, dat kan ik makkelijk zeggen nu ik er niet meer woon en mij niet meer onder de klagers hoef te scharen.

Vanmorgen liep ik met mijn honden op de hei bij Hilversum te wandelen en ik werd weer getroffen door de ruimte, de luchten, het (waterige) zonnetje, de leeuwerikken boven mijn hoofd en de krentenbloesem in de verte. Krentenbomen staan op die hei her en der verspreid, als luchtballonnen klaar om op te stijgen. Hun bolvormige kruinen zijn van het zuiverste wit, niet een hard wit dat afsteekt tegen het ontluikende groen, maar een transparant wit dat heel goed meleert in de omgeving.

Voor mij is dit hoekje hei landschapsarchitectuur van grote klasse. De verspreid staande krentenbomen verdichten zich heel geleidelijk tot een aaneen gesloten 'kanten' bosrand. De zuigkracht is enorm en de wandeling gaat dan ook in die richting. Langzaam wordt ik opgenomen onder het witte bloesemdak, terwijl de grond bezaaid is met witte bloemblaadjes, zou je er bijna sereen van worden.

Het krentenboompje is eigenlijk een grote heester of struik en wordt niet groter dan zo'n vier hooguit vijf meter. Ik zeg struik, omdat hij van nature met meerdere stammen uit de grond wil komen. Vaak zien we ze ook als boompje, het opschot rond de stam is steeds weggesnoeid, totdat het uitblijft. Ik heb het hier over een boom voor de kleine, middelgrote en grote tuin. De ultieme, ideale boom, de Amelanchier lamarckii.

De krent, is bepaald niet krenterig met het verschaffen van schoonheid, gedurende het hele jaar. In de winter is daar zijn fijnvertakte kroon, waaraan de bronsbruine bloemknoppen gedurende het intredende voorjaar aanzwellen tot die hele verfijnde zachtwitte bloemen. Gedurende een week of twee is ons land in krentenbloesem gehuld, nog even gaat de boom schuil onder het brons-bruine waas van het ontluikende blad om zich dan schielijk terug te trekken uit de kleurexplosie, die de maand mei en juni voortbrengt.

Voor vogels weliswaar een lustoord, want de kleine krentjes verschijnen snel na de bloemen en zijn zoet en sappig, ook voor ons, maar de vogels zijn er meestal als de kippen bij en dus vallen die vruchten nooit zo op. Het dofgroene blad van de krent is welgevormd, en verkleurd in de herfst naar een uitgebreid gamma van warme kleuren rood, bruin en oranje. Het afgevallen blad verteerd snel en zo is de cyclus weer compleet.

De krent stelt weinig eisen aan de grond, van nature komt hij wel voor op zanderige bosgronden, maar ook op de kleigrond wil hij het best doen. Hij laat zich prima snoeien en kan dus ook heel goed als haag aangeplant worden.

Als leiboom is hij minder geschikt, omdat het een vrij krachtige groeier is, moet het mes er minstens twee maal per jaar in. Bovendien is hij mooi van zichzelf en wordt hij niet gauw te groot.

© Marjet Maks

startpagina