Planten plannen!
Heel wat beplantingsplannen heb ik de afgelopen weken gemaakt, al die tuinen zullen komend najaar weer ingeplant worden. Verbazend is het, te zien hoe aardig zo'n tuin het volgende seizoen al is. Het eerste jaar is er echter nog geen balans tussen de heesters en de vaste planten. Deze laatste hebben al snel hun ware grootte, terwijl de heesters daar nog een paar jaar over moeten doen. Wat helpt is om de langzaam groeiende heesters, zoals Magnolia of toverhazelaar, een paar maten groter aan te schaffen. Als ik een beplantingsplan ga opzetten ga ik in het ontwerp van de tuin eerst de bestaande beplanting aangeven en maak ik een lijst van planten die mogen blijven omdat ze de moeite waard zijn. Het is veel makkelijker om met een schone lei te beginnen, maar planten weggooien doen we nou eenmaal niet graag, behalve als ze onder het onkruid zitten, of als er veel te veel van een soort is, dan gaan ze wel lekker de container in. Planten die makkelijk groeien heeft iedereen altijd genoeg en deze worden dan ook veelvuldig weggegeven, het gevolg is duidelijk. We moeten dus niet teveel zeuren over een paar plantjes weggooien. Ik maak ook een lijst van de planten die ik graag in het plan wil hebben, waarbij de eisen aan de grondsoort belangrijk zijn. Gelukkig zijn er een heleboel planten die op gewone tuingrond uitstekend gedijen, maar Rhododendrons zijn nou eenmaal heel ongelukkig op zware kleigrond, terwijl Lavendel het daar prima op doet. We passen dus de plantenkeuze aan de grondsoort aan. Het is wel verstandig om zware klei te verschralen met een paar m3 gewoon straatzand. Met wat extra compost erbij, hoeft u niet bang te zijn dat de planten het niet zullen doen, klei kan veel hebben. Maar bezit u een tuin met de arme zandgrond van Zeist, Bilthoven of Amersfoort dan moet u de tuin minstens twee maal per jaar bijmesten anders verdwijnen de soorten die wat meer eisen stellen aan de grond en nemen de vrouwenmantels en de geraniums de tuin al snel over. Dat bemesten kunt u het beste doen met een samengestelde korrelmest, waar ook een gehalte droge, organische stof in zit, (dat verbeterd de vochthuishouding in de grond). Het beste is dit te doen in februari of maart als de planten weer gaan groeien en nog eens in in augustus, ze krijgen dan nog wat extra voeding voor de winter. Het lijkt allemaal zo logisch, maar mesten wordt nu eenmaal vaak vergeten. Terug naar de lijst, want die deel ik in op kleur, bloeitijd en hoogte voor de zonminners. En voor de schaduw- en half schaduw planten maak ik zo'n tweede lijst. In totaal zijn er drie lijsten, want met de heesters, waarmee we het skelet van de tuin opzetten, beginnen we. Eigenlijk is nu het meeste werk gepiept. Met het potlood in de hand maak ik een soort virtuele wandeling door de tuin, en geef aan waar ik welke combinaties wil hebben. Ik zet vaak planten bij elkaar waarvan ik weet dat ze elkaar versterken qua kleur of bloemvorm. Een dergelijke aanpak beveel ik u van harte aan, maar het is wel makkelijker als u voldoende planten kent. Zelf let ik altijd op tuinen van anderen, om te kijken of ik combinaties zie, die er uitspringen of bijzonder zijn. Daar leer je veel van en geeft nieuwe inspiratie. Bovendien kunt u bij tuinen in uw buurt kijken welke planten het goed doen. Het grote probleem is natuurlijk de namen van de plant te weten te komen of te onthouden. Daar kan ik u helaas moeilijk mee helpen, behalve dat ik wel wat over de naamgeving en betekenis van de latijnse namen kan vertellen, maar dat wordt dan in de volgende column. |